Samenvatting

Casus ingediend door: BioSoil
Land: Nederland
Locatie bebouwd? Nee
Bodemtype: Overwegend zand met kleilenzen
In situ saneringstechniek: Gestimuleerde biologische afbraak, aeroob
Nazorg noodzakelijk? Ja, na de pilot is een in-situ-sanering van het terrein gestart.
Behandelde verontreiniging: Minerale olie, PAKs, naftaleen en creosoot
Medium verontreiniging: Grond/puur product en grondwater
Omvang verontreiniging: 15.000 m3
Saneringsdoel: Verwijderen mobiele fractie verontreiniging, waarbij de gehaltes in het grondwater voor PAK’s lager zouden blijven dan de tussenwaarde. Dit gold voor de 16 van EPA waarbij voor de 6 PAK’s, die niet in de 10 van VROM voorkomen T-waarden waren vastgesteld op basis van intrapolatie.
Saneringsdoel bereikt? Nee, de pilot is succesvol afgesloten. Daarna is de in-situ sanering gestart. Deze loopt nog.
Start-en eindconcentratie of vrachtverwijdering:
Verontreiniging 1:PAK’s
startconcentratie: 120.000 µg/l eindconcentratie: 50 µg/l
totale vracht start: zie opmerking[kg] totale vracht eind: <0,1 [kg]
Verontreiniging 2:minerale olie
startconcentratie: vrij product eindconcentratie: < 50 µg/l
totale vracht start: zie opmerking[kg] totale vracht eind: < 0,1 [kg]
Duur actieve saneringsfase: Begin 1995 tot heden (zie opmerking).
Duur passieve saneringsfase: De passieve fase is nog niet afgerond.

Rapport Oostdijk proefsanering (pdf)

Case gedetailleerde informatie

Algemene gegevens
Project naam: IJsselmonde (Oostdijk): minerale olie, naftaleen, PAK's en creosoot *** Casus ingediend door: BioSoil Contactpersoon: Mw. C. v.d. Steenoven Postadres: Nijverheidsweg 27, 3341 LJ Hendrik Ido Ambacht Telefoonnummer: 078-6820140 Emailadres: c.vandesteenoven@biosoil.com
Lokatie
Land: Nederland Plaatsnaam/region/provincie: IJsselmonde Rotterdam, Zuid-Holland (toekomstig) gebruik locatie: Lichte industrie, wonen Was de locatie tijdens de actieve sanering bebouwd? Nee
Techniek
Toelichting techniek: Op het terrein was een creosoteerinrichting gevestigd, waardoor een ernstige verontreiniging van de bodem is ontstaan. Er is een pilot uitgevoerd, die gesubsidieerd is door NOVEM, de Gemeente Rotterdam en de Nederlandse Spoorwegen. Het doel van de pilot was aan te tonen op welke manier een dergelijk terrein in-situ zou kunnen worden gereinigd. De pilot had een oppervlak van ca 200 m² en bedroeg daarmee in feite het volledige kerngebied van de verontreiniging. Zijn er ook andere saneringstechniek ingezet? Ja, in de kern van de verontreiniging (de locatie van de cresoteerketels) zijn kelderresten verwijderd en de verontreinigde grond is ontgraven tot aan het grondwater (ca 1,5 m-mv). Ook is specifiek zaklaag (cresoot) onttrokken uit filters in de kern van de verontreiniging. Nazorg noodzakelijk? Ja, na de pilot is een in-situ-sanering van het terrein gestart. Motivatie voor keuze techniek: Door de diepte van de verontreiniging (tot ca 12 m-mv) en de verspreiding ervan tot buiten de grenzen van het terrein was een ontgraving onmogelijk. Verwijdering van de zaklaag, gevolgd door biologische afbraak van de mobiele fractie van de verontreiniging in overeenstemming met het gemeentelijk beleid van Rotterdam zou een voldoend resultaat opleveren voor de herinrichting van het terrein.
Verontreiniging
Behandelde verontreiniging: Minerale olie, PAKs, naftaleen en creosoot Medium verontreiniging: Grond/puur product en grondwater Omvang verontreiniging: 15.000 m3 Diepte verontreiniging: 2 - 12 [m –mv]
Bodem
Bodemtype: Overwegend zand met kleilenzen Verzadigde/onverzadigde zone? Verzadigde zone Doorlatendheid: > 0,1 m/dag, bepaald aan de hand van een schatting Stroomsnelheid of verhang grondwater: Gering
Resultaat, duur, kosten
Saneringsdoel: Verwijderen mobiele fractie verontreiniging, waarbij de gehaltes in het grondwater voor PAK's lager zouden blijven dan de tussenwaarde. Dit gold voor de 16 van EPA waarbij voor de 6 PAK's, die niet in de 10 van VROM voorkomen T-waarden waren vastgesteld op basis van intrapolatie. Is het saneringsdoel bereikt? Nee, de pilot is succesvol afgesloten. Daarna is de in-situ sanering gestart. Deze loopt nog. Start- en eindconcetratie en vrachtverwijdering: Verontreiniging 1:PAK's startconcentratie: 120.000 µg/l eindconcentratie: 50 µg/l totale vracht start: zie opmerking[kg] totale vracht eind: <0,1 [kg] Verontreiniging 2:minerale olie startconcentratie: vrij product eindconcentratie: < 50 µg/l totale vracht start: zie opmerking[kg] totale vracht eind: < 0,1 [kg] Periode uitvoering actieve saneringsfase: Begin 1995. Periode uitvoering passieve saneringsfase: De passieve fase is nog niet afgerond.
Betrokkenen
Probleemeigenaar: Hulsinga Altona Aannemer: BioSoil Saneringsplan: BioSoil R&D Saneringsonderzoek: IGN Bevoegd gezag: Gemeente Rotterdam Contact informatie van betrokkenen: BioSoil Vastgoed heeft het eigendom van het terrein overgenomen.
Aanvullende informatie
Lessons learned: In het vooronderzoek werd een verontreiniging met creosoot op het terrein aangetroffen. Het grondwater was sterk verontreingd met naftaleen en de grond was eveneens verontreinigd. Bij de uitvoering van de pilot werden veel hogere waarden aan verontreiniging in de grond aangetroffen (17.000 mg/kg PAK's). Na de gedeeltelijke ontgraving was dit ca 6.000 mg/kg PAK's en 10.000 mg/kg minerale olie. Op grotere diepte werd een zaklaag waargenomen boven de afsluitende kleilaag onder het zandpakket van ca 1,5 m. Deze strekte zich uit tot buiten de saneringslocatie onder een aantal geplande woningen. Tijdens de uitvoering van de pilot bleek deze zaklaag mobiel. Voor de start van de sanering is onderzoek uitgevoerd met de camerasonde van Deltares. Hierbij bleek de zaklaag uit beweeglijke druppels te bestaan, die voorkwamen in een band van 30 cm dik op 1,5 m boven de kleilaag. Dit vertaalde zich in de peilbuizen in een productlaag van 1,5 m, die daardoor wel relatief gemakkelijk kon worden afgepompt. Hierdoor bleek wel, dat in dit soort gevallen een pilot en gericht onderzoek met middelen als een camera- of ROST-sondering nodig is om een helder beeld te krijgen van de problematiek. Opmerkingen: De pilot is uitgevoerd in de periode 1995 - 1997. In overleg met de Gemeente Rotterdam is daarna in 1999 de in-situ sanering gestart. BioSoil heeft daarbij het terrein overgenomen inclusief de aansprakelijkheid voor de verontreiniging. Deze sanering loopt nog. De zaklaag onder de aangrenzende woningen is verwijderd en de grond is daar schoon. De vlek is sterk gekrompen, maar het gebied waar de cresosoteerinrichting heeft gestaan en waar dus het meeste vrij product aanwezig is, is nog niet volledige gereinigd in overeenstemming met de saneringsdoelstelling als eerder aangegeven. Het is nu moeilijk in te schatten wat het verloop zal zijn, omdat aangenomen mag worden, dat na het verdwijnen van vrij product (DNAPL) ook de nalevering stopt, waardoor dan de gehaltes in het grondwater snel zullen afnemen.
Gerelateerde technieken en HIP-pilots
Gerelateerde HIP-pilots: