Casus ingediend door: A&G Milieutechniek bv
Land: Nederland
Locatie bebouwd? Ja
Bodemtype: Gelaagde bodem; klei/veen/zand
In situ saneringstechniek: Gestimuleerde biologische afbraak, anaeroob
Nazorg noodzakelijk? Ja, monitoring stabiele eindsituatie
Behandelde verontreiniging: VOCL
Medium verontreiniging: Grond/puur product en grondwater
Omvang verontreiniging:
16.000 [m3] >I-waarde,
50.000 m3 >S-waarde
Saneringsdoel: Stabiele eindsituatie; te behalen eindconcentratie
TRI concentratie: 262 µg/l
111TCA concentratie: 150 µg/l
CIS concentratie: 20 µg/l
VC concentratie: 2,5 µg/l
Saneringsdoel bereikt? Nee, sanering loopt nog
Start-en eindconcentratie of vrachtverwijdering:
TCE startconcentratie: 10.000 µg/l
111TCA startconcentratie: 450 µg/l
CIS startconcentratie: 150 µg/l
VC startconcentratie: 0 (
Duur actieve saneringsfase: Gestart 01/05/09
Duur passieve saneringsfase: De passieve fase is nog niet afgerond.
Geldrop (Peijnenburg): VOCl’s **
Samenvatting
In situ saneringstechniek: Gestimuleerde biologische afbraak, anaeroob
Algemene gegevens
Project naam: Geldrop (Peijnenburg): VOCl's **
Casus ingediend door: A&G Milieutechniek bv
Contactpersoon: Peter Middeldorp
Postadres: Postbus 660 5140 AR Waalwijk
Telefoonnummer: 0416 344044
Emailadres: peter.middeldorp@aengbedrijven.nl
Lokatie
Land: Nederland
Plaatsnaam/region/provincie: Geldrop / Noord-Brabant
(toekomstig) gebruik locatie: Industrie
Was de locatie tijdens de actieve sanering bebouwd? Ja
Techniek
In situ saneringstechniek: Gestimuleerde biologische afbraak, anaeroob
Toelichting techniek: Grondwaterrecirculatiesysteem met toevoeging van melasse en nutriënten. Omdat de dechlorering van nature niet verder gaat dan CIS worden dechlorerende bacteriën (D. ethenogenes) toegevoegd vanuit een kweekreactor op locatie om de verdere dechlorering te stimuleren.
Zijn er ook andere saneringstechniek ingezet? Nee
Nazorg noodzakelijk? Ja, monitoring stabiele eindsituatie
Motivatie voor keuze techniek: Het verontreinigde gebied is bebouwd. Biologische afbraak treedt op, maar is niet volledig en niet snel genoeg om verspreiding tegen te gaan. Daarom is gekozen voor een in situ techniek middels een stimulering van de natuurlijke afbraak door het infiltreren van koolstofbron, nutriënten en VOCl-afbrekende bacteriën. Mede om de verontreinging op zijn plaats te houden is gekozen voor een recirculatie van het grondwater.
Verontreiniging
Behandelde verontreiniging: VOCL
Medium verontreiniging: Grond/puur product en grondwater
Omvang verontreiniging:
16.000 [m3] >I-waarde,
50.000 m3 >S-waarde
Diepte verontreiniging: 11 [m –mv] >I-waarde
Bodem
Bodemtype: Gelaagde bodem; klei/veen/zand
Verzadigde/onverzadigde zone? Verzadigde zone
Doorlatendheid: > 0,1 m/dag
Stroomsnelheid of verhang grondwater: 33 meter/jaar
Resultaat, duur, kosten
Saneringsdoel: Stabiele eindsituatie; te behalen eindconcentratie
TRI concentratie: 262 µg/l
111TCA concentratie: 150 µg/l
CIS concentratie: 20 µg/l
VC concentratie: 2,5 µg/l
Is het saneringsdoel bereikt? Nee, sanering loopt nog
Start- en eindconcentratie en vrachtverwijdering:
TCE startconcentratie: 10.000 µg/l
111TCA startconcentratie: 450 µg/l
CIS startconcentratie: 150 µg/l
VC startconcentratie: 0 (
Periode uitvoering actieve saneringsfase: Gestart 01/05/09
Periode uitvoering passieve saneringsfase: De passieve fase is nog niet afgerond.
Betrokkenen
Probleemeigenaar: Koninklijke Peijnenburg BV
Aannemer: A&G Milieutechniek bv
Saneringsplan: Tritium Advies bv
Saneringsonderzoek: Tritium Advies bv
Bevoegd gezag: Provincie Noord-Brabant
Aanvullende informatie
Gerelateerde technieken en HIP-pilots
Gerelateerde technieken: Gestimuleerde biologische afbraak, anaeroob
Gerelateerde HIP-pilots: HIP-pilot bronkarakterisatie VOCI-verontreiniging op bebouwde locatie, HIP-pilot direct push shock load protamylasse – bereik en werking substraat, HIP-pilot specifieke monitoringstechnieken, HIP-pilot stabiele eindsituatie grondwaterverontreiniging met VOCl’s 1, HIP-pilot stabiele eindsituatie grondwaterverontreiniging met VOCl’s 2, HIP-Pilot stimuleren biologische afbraak VOCl’s – vergelijking 2 substraten